Samen meer grip organiseren op inkoop en werkwijze

Transparantie en vertrouwen basis voor samenwerking
Wat gebeurt er als je binnen een zorginstelling de laag met facility managers wegsaneert, om kosten te besparen? Dan vertrekt er vaak veel aanwezige kennis mee het pand uit, en het inkoopproces raakt ontregeld. Door als klant en leverancier samen om tafel te gaan, komen grip en overzicht weer binnen bereik.
Rein Hoornstra (sr. Sector Specialist Medical bij Carel Lurvink): “Als een zorginstelling besluit om de laag met facility managers weg te snijden, ontstaan er doorgaans altijd problemen aan de inkoopkant. Eerst geleidelijk, daarna steeds meer. Wanneer zorgmedewerkers zonder professionele inkoopervaring op eigen houtje artikelen gaan bestellen, raak je het overzicht over alle bestellingen en voorraden steeds meer kwijt. Daar krijg je praktisch en financieel last van.”

Vooruitgang door vertrouwen

“De zorginstelling wordt daardoor geconfronteerd met de vraag ‘Hoe kunnen we nou al die verschillende leveranciers en producten comprimeren tot een behapbaar verhaal – waar we medewerkers ook op kunnen aanspreken en trainen?’. Als leverancier gaan wij hierover graag met de zorginstelling in gesprek, waardoor zo’n proces kan gaan groeien. Het is daarbij belangrijk dat je heel transparant met elkaar werkt, omdat je daardoor bepaalde zaken ook veel sneller bereikt. Daarvoor moet je elkaar echt vertrouwen en soms ook over je eigen schaduw heen kunnen stappen. Dát is de basis! Gedurende zo’n proces worden de klant en wij meestal steeds enthousiaster. Ik vergelijk het weleens met een huwelijk; de basis is vertrouwen, beide partijen moeten zich kwetsbaar durven op te stellen en elkaar ook positief durven te monitoren.”

Meenemen in verandering

Belangrijk is dat je je medewerkers goed meeneemt in een andere manier van werken. Zo hebben we bijvoorbeeld samen met een zorginstelling hun schoonmaakboek herschreven – zodat iedereen weet hoe en met welke artikelen er moet worden schoongemaakt – en Carel Lurvink heeft ook training aangeboden. Het is een genot om die trainingen te geven! Je zit met een groep schoonmakers bij elkaar en dan zegt iemand ‘Nou, hier hebben we het al vijf keer eerder over gehad, maak me gek!’ Dat vind ik een heerlijke uitdaging. Ik begin dan met de vraag: ‘Wil iemand even zijn werkkar ophalen?’. Dan pak ik het schoonmaakboek erbij en is het: ‘Laten we eens even kijken wat er allemaal in jouw kar zit’. Dan komen de huissleutels tevoorschijn, het pakje sigaretten, schroevendraaiers; de gekste dingen komen eruit. En dan gaat het er absoluut niet om dat je die medewerker er gekleurd op zet. Integendeel. Maar je maakt wel duidelijk dat er afspraken met elkaar zijn gemaakt, dat het werk op een verantwoorde manier – hygiënisch en ergonomisch – moet worden uitgevoerd. Met een beetje humor erbij wordt het een goede sessie, die mensen bijblijft en daardoor voor draagvlak zorgt om structureel op een andere, betere manier schoon te maken. En vergeet niet: ik benadruk altijd hoe ontzettend waardevol de schoonmaker is binnen de zorginstelling, en hoe hij of zij echt het verschil maakt. Zeker in coronatijd.’

Innovatie

Innovatie kan het schoonmaakproces verbeteren en verlichten, maar stuit vaak op wat koudwatervrees, zoals bij disposable cleaning. Zo denken veel mensen dat je met een disposable mop minder goed schoonmaakt, omdat ze minder weerstand voelen als ze de mop gebruiken. Maar het nettoresultaat is vaak beter dan met een traditionele mop. In het moderne schoonmaken werk je met (disposable) hightech microvezelmaterialen, waarmee je het gebruik van schoonmaakmiddelen minimaliseert; deze worden alleen nog ingezet bij calamiteiten. Soms zul je zowel de schoonmaker als de cliënt moeten uitleggen dat disposable cleaning uitstekend werkt – ook zonder het vertrouwde, frisse schoonmaakluchtje.

Disposable of hergebruik?

Wanneer je als zorginstelling worstelt met het vraagstuk of je moet kiezen voor disposable of juist voor hergebruik, is het verstandig om niet kleinschalig maar grootschalig te denken. Zie het gehele plaatje: elke gebreide mop/doek komt ingepakt en van elders hier naartoe. Na gebruik worden de vuile moppen en doeken getransporteerd naar een industriële wasserij, of gewassen met de eigen wasmachine waar ze met behulp van stroom, water en chemicaliën worden gereinigd. Het afvalwater bevat fosfaat en vele kunstmatige vezels, die bijdragen aan de enorme plastic soup. Tel al die componenten nu eens bij elkaar op en vergelijk dat met een disposable artikel; dan slaat de balans wel positief door naar disposable. Bovendien: zo’n wasbare mop/doek slijt na elke wasbeurt, waardoor je er bij elke volgende schoonmaakactie ook nog eens meer kracht op moet zetten om hetzelfde resultaat te boeken. Bij een disposable mop of doek werk je daarentegen altijd met nieuw (virgin) materiaal.


Gerelateerde artikelen