EN ISO 14116 norm voor beschermende kleding met beperkte vlamverspreiding

Deze norm wordt gedragen door werkkleding en stelt dat deze beschermende kleding is gemaakt van brandvertragende materialen, ook wel vlamvertragend genoemd. De beschermende kleding met de EN ISO 14116 norm is bedoeld om de drager te beschermen tegen kortdurend en sporadisch contact met vlammen, waarbij er geen sprake is van groot hittegevaar. Wanneer het noodzakelijk is om bescherming te verzekeren tegen risico’s van hittegevaar, dan is het aangeraden om kleding met de ISO 11612 norm te dragen.

Het vlamvertragende materiaal van kleding met de EN ISO 14116 norm zal bij contact met vlammen maar in beperkte mate verder branden. Bij het weghalen van de vlam zal het materiaal doven. Werkkleding met deze norm kan uit één kledingstuk of meerdere kledingstukken bestaan en uit meerdere lagen. Hiernaast mogen er geen geleidende onderdelen aanwezig zijn door alle lagen en de kleding mag ook geen omslagen aan de pijpen hebben. Bovendien moet de naadsterkte na vijf keer wassen groter zijn dan 30 N en moet de overlapping tussen een broek en jas voldoende zijn. Om verder aan de norm te kunnen voldoen, moeten alle gebruikte materialen een beperkte vlamverspreidingsindex van 1, 2 of 3 hebben bij het testen conform de ISO 15025 norm. De beperkte vlamverspreidingsindex is dus opgedeeld in drie mogelijke niveaus van beperkte vlamverspreiding. Elk hebben hun eigen eigenschappen en vereisten.

Index 1 is het laagste niveau van bescherming. Het mag alleen gebruikt worden over kleding die index 2 of 3 heeft. Bij index 1 is gatvorming wel toegestaan. Tevens mag index 1 niet op de huid gedragen worden, bijvoorbeeld op de polsen.

Index 2 lijkt op index 3, maar verschilt op het volgende: het gebruikte doekstaal moet bij index 2 doven voordat de rand van de staal wordt bereikt. Echter, hierbij wordt er geen maximale navlamtijd vereist. Alle overige punten zijn gelijk aan index 3.

Index 3 biedt de beste bescherming tegen vlamverspreiding. Het wordt ook wel de EN 15025 norm genoemd. De klassering is hetzelfde als de klassering 11611/11612 A1. Het is een testmethode waarbij een doekstaal gedurende 10 seconden in vlammen wordt gehouden. Deze doekstaal wordt in nieuwe staat getest en na zijn maximaal aantal wasbeurten. Anders dan bij index 2 wordt er het volgende geëist bij de navlam- of nagloeitijd: er mogen geen gatvorming en geen smeltende druppels ontstaan en deze navlamtijd tijd is maximaal 2 seconden.

Bij het reinigen van kleding met de norm EN ISO 14116 moet uitsluitend gebeuren met synthetische wasmiddelen en dus niet met zeepproducten. Hierbij is het ook van belang om de symbolen op het wasmiddel en het waslabel van de kleding nauw op te volgen De index in het waslabel van de kleding met deze norm ziet er als volgt uit: beperkte vlamverspreidingsindex / reinigingsindex. Deze moet 0/0 zijn wanneer gebruikte materialen niet gewassen of chemisch gereinigd kunnen worden. Verder staat er in het label een letter aangegeven per wijze van wassen: voor huishoudelijk wassen is dit een H, voor industrieel wassen een I en voor chemisch reinigen een C. 3 / 8H / 60 houdt bijvoorbeeld in dat het kledingstuk de brandbaarheidsindex 3 heeft en dat het acht keer thuis gewassen kan worden op 60 graden Celsius.